vrijdag 30 januari 2009

Diepgravend inzicht

Het eerste dat gebeuren moet nadat de grond is schoongemaakt, is het bouwen van een muur rondom het terrein. Omdat bij ons die muur gelijk de buitenmuur van het huis is, wordt-ie ook meteen 4 meter hoog.

4 meter? Ja, want dankzij die hoge muren kunnen we de plafonds hoog maken – en zoals je in oud-koloniale huizen in Indonesië ziet, zijn vele Nederlanders ons daarin voorgegaan, met een reden.

Warme lucht stijgt op, dus met hoge plafonds zit die warmte hoog en blijft het in de kamer koeler, zeker in vroeger tijden zonder airconditioning een groot voordeel. Maar nu ook: minder AC is minder energieverbruik.

Maarrrr......die buitenmuur van in totaal 210 meter lang kun je niet zomaar neerzetten. Daar moet 1,50 meter diep fundering onder, onderaan 1 meter breed en bovenaan 50 centimeter. Dus moet er een gleuf gegraven worden van een meter breed en 1,50 meter onder straatniveau.

In Nederland komt er dan een product van de firma Poclain o.i.d. waarin een meneer zit die zware shag rookt en met de vingertoppen een paar hendeltjes beweegt waardoor een grijper zand hapt en opzij legt. Fluitje van een cent (nou ja: 2000 euro of zo) en in twee dagen klaar.

In Indonesië niet. Hier komen er enkele tientallen kleine bruine hele sterke kereltjes die met z’n drieën in een ploeg (een hakt, een schept, een verspreidt) die gleuf graven. Kaarsrecht, anderhalve dag werken en veel secuurder dan je het met een mechanische zandhapper kunt. Goedkoper ook, trouwens: reken op zo’n 10% van de Nederlandse prijs.

En zo gaat het met alles: waar in Nederland heel veel mechanisch gaat in verband met de hoge loonkosten, doen ze het hier andersom: zoveel mogelijk met de hand, want dat geeft mensen werk en de mogelijkheid om te eten. Mechaniseren stoot ze de rijst uit de mond. Pak Jamal, de aannemer, zie je hier dan ook met de Indonesische variant van de betonmolen. (Pas bij hele grote hoeveelheden wordt een “echte” betonmolen ingezet).

Geen opmerkingen: